Onderdeel van de snelstudie ‘OV verbreden naar publiek vervoer‘
Haltes en hubs vormen de fysieke schakel in de (keten)reis van een reiziger. Men stapt er vaak over op een ander vervoersmiddel, bijvoorbeeld van bus naar (deel)fiets, of van bus naar metro.
Haltes
Voor (bus)haltes is het allereerst van belang dat de reiziger er veilig op de bus kunnen wachten, het liefst ook droog en beschut. Daarnaast is het aan te raden om fietsenrekken te plaatsen om strooifietsen te voorkomen. Vooral in het landelijk gebied kan het zo zijn dat er een stuk naar de bushalte gefietst moet worden. Als deze route niet veilig is, kan dat mensen tegenhouden om met de fiets en bus te gaan. Ook moet een bushalte natuurlijk veilig te voet te bereiken zijn.
Reizigers kunnen er ook voor kiezen om met de auto naar de halte te gaan, meestal betreft dit dan een halte van een hoogwaardige OV lijn. De reiziger combineert dan de individuele voordelen van de auto (voor de deur instappen, en vertrekken wanneer je wil) met de collectieve voordelen van het openbaar vervoer (file mijden en snel de stad in, niet duur parkeren). Het overstappen op OV net buiten de stad (bij een zogenoemd transferium) is vooral aantrekkelijk wanneer er genoeg parkeerruimte is, parkeren gratis of goedkoop is, en het OV frequent rijdt. Een nadeel van parkeerruimte bij (H)OV haltes is de ruimte die het inneemt, vooral ten opzichte van plekken voor fietsenstallingen.
Hubs
Hub is de hippe naam voor een knooppunt waar verschillende vormen van vervoer samenkomen: OV, flextaxi’s en deelvervoer. Je kunt er overstappen, je fiets of auto parkeren, je e-bike of e-auto opladen of een deelfiets of deelauto pakken. En liefst ook naar de wc, een kop koffie kopen, water tappen of een pakketje ophalen/achterlaten. Goede voorbeelden zijn de hubs in Gieten en Borger langs HOV-buslijn 300 van Groningen naar Emmen. In grote steden zijn ook (deelvervoer)hubs te vinden: plekken waar verschillende vormen van deelvervoer gestald worden om overlast van fietsen en scooters die willekeurig op straat staan tegen te gaan, zoals bijvoorbeeld in buurthubs in Rotterdam.
Veel provincies en grotere gemeenten werken aan hub-beleid, maar de meeste hubs bestaan alleen nog op papier. In het coalitieakkoord van de provincie Zuid-Holland staat dat de provincie wil inzetten op het realiseren en verbeteren van hubs. Ze zijn kansrijk maar complex, aldus kennisinstituut KiM. Zo is er onzekerheid over de kosten van aanleg, exploitatie en beheer. Hubs kunnen werken voor verschillende schaalniveaus: buurt, wijk, stad of regio. Een hub kan ook gewoon een busstation zijn met extra voorzieningen.
Voor- en nadelen haltes/hubs
+ Door goede knooppunten/overstapplaatsen wordt reizen aantrekkelijker
+ In de stad limiteer je het risico op strooifietsen/scooters
– Vraagt om (nieuwe) ruimtelijke ordening
Wat kunnen we doen?
- Zorg bij haltes dat de reiziger veilig en comfortabel kan wachten.
- Zorg voor genoeg stallingsplaatsen voor privé fietsen bij haltes en in de buurt van hubs. Idem voor auto’s waar nodig, en zorg dat deze informatie vindbaar/bekend is bij de reiziger.
Verder lezen…
Ketenmobiliteit: P+R en carpool