Hoofdstuk 3: Toolbox van onderzoeksmethoden

Print / Download

Kernpunten:

  • Kwalitatief vs. kwantitatief onderzoek
  • Onderzoeksmethoden
  • Onderzoek binnen de provincie
  • Uitvoering door (academische) onderzoeksbureaus

Categorieën van methoden

Er zijn verschillende manieren om ‘soorten’ onderzoek van elkaar te onderscheiden. Puur gericht op de manier waarop informatie wordt vergaard, kan er verschil worden gemaakt tussen:

  • kwantitatief onderzoek: verkrijgen/gebruik van ‘harde’ data (cijfers) door metingen of surveys;
  • kwalitatief onderzoek: inzicht verkrijgen in menselijk gedrag of processen, door interviews of observaties.

Deze informatie kan op primaire of op secundaire manier worden verkregen. In het eerste geval wordt een ‘nieuwe’ meting gedaan, in het tweede geval worden bestaande gegevens geordend en geanalyseerd.

Hieronder volgt een overzicht van veelgebruikte onderzoeksmethoden uit de sociale wetenschappen. De ene methode is niet per se beter dan de andere; het hangt af van het onderwerp, de beschikbare gegevens en de gewenste onderzoeksresultaten welke methode het beste kan worden gebruikt. Vaak worden verschillende methodes gecombineerd. De toegepaste methode beïnvloedt wel de onderzoeksresultaten. Onderstaande methoden in deze paragraaf zijn methoden om gegevens te verzamelen. Na de gegevensverzameling volgen interpretatie en analyse. Bij kwalitatief onderzoek is deze sterk afhankelijk van de visie van de onderzoeker, die echter zijn/haar analyse wel moet verantwoorden. Bij kwantitatief onderzoek wordt gebruik genaakt van standaard-statistische methoden, waarbij de toepassing en de interpretatie van de resultaten ook deels afhankelijk zijn van de onderzoeker.

Lijst van methoden

MethodeBeschrijving
LiteratuuronderzoekOnderzoek op basis van (vak)literatuur.
DeskresearchZie literatuuronderzoek; tevens gebruik van andere bronnen zoals internet.
Data analyseGebruiken van bestaande databestanden, zoals van het CBS.
InterviewOndervraging van een respondent. Kan variëren van open tot gestructureerde interviews, d.w.z. open vragen, waarbij de respondent zelf het antwoord formuleert, tot vragen met vaste antwoordcategorieën (“ja, nee, geen mening” of “goed, matig, slecht”). Naast individuele interviews zijn groepsinterviews mogelijk, waarbij de respondenten ook op elkaar kunnen reageren.
SurveyEnquête. Deze kan mondeling, schriftelijk of telefonisch worden afgenomen. De vragen kunnen open of gesloten zijn.
ExpertmeetingSingle interview of groepsinterview met deskundige(n).
FocusgroepGroepsgesprek met vooraf geselecteerde mensen, dat gevoerd wordt aan de hand van een gespreksleidraad
Exploratief onderzoekBeperkt, verkennend onderzoek naar een onderwerp waar nog weinig over bekend is.
Delphi methodeOndervragen van deskundigen in meerdere rondes.
ArchiefonderzoekOnderzoek op basis van archiefstukken zoals bijvoorbeeld aanwezig in het Nationale Archief. Voornamelijk gebruikt door historici.
VeldwerkOnderzoek ter plaatse bij de te onderzoeken groep mensen. Voornamelijk gebruikt door cultureel antropologen. 
Participerende observatieOnderzoek ter plaatse waarbij wordt deelgenomen aan het leven van de desbetreffende groep mensen. Methode uit de culturele antropologie.
Longitudinaal onderzoekOnderzoek met verschillende opeenvolgende metingen in een langere periode om veranderingen te kunnen vaststellen.
RCT-onderzoekRandomized controlled trial: vergelijking tussen een onderzoeksgroep van respondenten en een controlegroep, om de invloed te bepalen van de variabele waarin de onderzoeksgroep verschilt van de controlegroep.
NulmetingMeting van variabelen in een beginsituatie, waarna een vervolgmeting kan plaatsvinden om verandering in de loop van de tijd vast te stellen.
Scenario-analyseAnalyse van mogelijke toekomstige ontwikkelingen op basis van verschillende waarden van (meestal) twee variabelen, wat leidt tot vier scenario’s, bv. globalisering (wereldwijd georiënteerd tegenover lokaal georiënteerd) en innovatie (veel innovatie tegenover weinig innovatie). 
ExtrapolatiePrognose op basis van het doortrekken van de huidige trend.
ToekomstonderzoekOnderzoek gericht op mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Hiervoor kunnen verschillende technieken worden gebruikt, zoals prognose (extrapolatie), scenario-analyse en de Delphi methode.
BeleidsonderzoekOnderzoek gericht op het verwerven van kennis en inzicht voor beleid, zowel voor het ontwikkelen als het evalueren van beleid.
MKBAMaatschappelijke kosten- en baten analyse: onderzoek vooraf (ex ante) of achteraf (ex post) om het effect van beleid te berekenen. Bepaalde “zachte” variabelen, zoals welzijn en leefbaarheid, worden zonodig in cijfers uitgedrukt.

Methoden voor provinciaal onderzoek

De provincie Zuid-Holland hanteert bijna altijd een ‘brede’ opvatting over wat onderzoek is – het gaat ons over het algemeen om kennisvermeerdering in dienst van beleid en/of handelingsperspectieven. Veel onderzoek binnen de provincie Zuid-Holland heeft een behoorlijk grote beleidscomponent: bestuurlijke en ambtelijke opdrachtgevers hebben vrijwel altijd behoefte aan conclusies en aanbevelingen. Dat hoeft niet altijd om één advies of aanbeveling te gaan: steeds vaker wordt er met uitwerkingen van scenario’s gewerkt.

Binnen de provincie Zuid-Holland wordt in verreweg de meeste gevallen gebruik gemaakt van secundaire manieren om onderzoeksinformatie te verkrijgen. Een vaak beproefde methode betreft ‘secundaire data-analyse’ – het bewerken van reeds bestaande datasets. Zo wordt er zeer frequent gebruik gemaakt van bestaande onderzoekscijfers en -gegevens, zoals het CBS, Kadaster of LISA.

Vaak wordt descriptief (beschrijvend) of exploratief (verkennend) onderzoek gebruikt. In dat geval wordt er alleen onderzoek naar een bepaalde (deels al bekende) stand van zaken gedaan, en/ of probeert men (met het oog op vervolgonderzoek) het onderzoeksprobleem beter te verkennen. Descriptief onderzoek is vaak kwantitatief van aard en heeft als mogelijkheid om associaties tussen variabelen bloot te leggen, maar deze worden alleen beschreven. Hier kan bijvoorbeeld geen causaal verband tussen grootheden worden gelegd. De resultaten van descriptief onderzoek kunnen verder worden uitgediept in exploratief onderzoek. Een exploratief onderzoek – dat niet noodzakelijkerwijs volgt uit descriptief onderzoek, maar ook op zichzelf kan staan! – wordt vaak uitgevoerd in de vorm van desk research (dat vaak – in ieder geval deels – uit literatuuronderzoek bestaat) of een klein kwalitatief onderzoek, zoals een case study of pilot. Overigens zijn case study’s en pilots soms ook vormen van primair onderzoek.

Methoden van (academische) onderzoeksbureaus

Direct kwantitatief onderzoek (zoals surveys of andersoortige metingen) en meer diepgravende vormen van kwalitatief onderzoek worden niet vaak door de provinciale organisatie ingezet, laat staan zelf uitgevoerd. Áls ze worden ingezet, schakelt de provincie hier vaak externe partijen voor in, zoals onderzoeksbureaus en wetenschappelijke instellingen. Onderzoeksbureaus maken vaak gebruik van hun (meestal online) panels en een interviewersapparaat om dit soort onderzoek uit te voeren, wetenschappelijke instellingen zetten de studies zelf op en interpreteren eigenhandig de resultaten, maar hebben wat de dataverzameling betreft meestal de voorzieningen van de onderzoeksbureaus nodig. Het omgekeerde geldt ook. Een trend bij veel onderzoeksbureaus is dat ze, vooral bij opdrachten waarin hun expertise tekortschiet, de samenwerking aangaan met experts uit de academische hoek. Op die manier wordt het beste uit twee werelden – de faciliteiten en de kennis – met elkaar verenigd.

Deze website maakt gebruik van cookies

Lees meer