In het voormalige programma Gezond en Veilig heeft in de afgelopen jaren de nadruk vooral gelezen op het thema gezondheid. Bij veiligheid werd het bestaande beleid gecontinueerd. De achterliggende reden om vooral te kijken naar gezondheid was dat in het programma gekozen is voor een aanjaagfunctie: versterken van de aandacht voor gezondheid binnen bestaande beleidsvelden. Voor veiligheid bleek in de relevante beleidsvelden al aandacht te bestaan. Om die reden is aan het onderdeel “veilig” binnen het programma Gezond en Veilig geen verdere invulling gegeven.
Mede op basis van vragen uit Provinciale Staten is toch besloten om meer aandacht aan veiligheid in de brede zin te besteden. Gedeputeerde Staten hebben naar aanleiding van de vragen besloten een onderzoek uit te laten voeren naar integrale veiligheid waarin de vraag centraal staat of het wenselijk is om voor de provincie Zuid-Holland een integrale veiligheidsvisie op te stellen. Onderzoekers van KWINK groep, TNO Vector en TU Delft hebben literatuuronderzoek verricht en zijn in gesprek gegaan met experts en provinciale medewerkers vanuit verschillende veiligheidsdomeinen, zoals waterveiligheid, verkeersveiligheid, externe veiligheid, energieveiligheid en digitale veiligheid.
Doel onderzoek
Doel van het onderzoek was een antwoord te geven op de vraag van Gedeputeerde Staten: “is een meer integrale beleidsaanpak van veiligheid wenselijk?”. Deze vraag is onderzocht in het toekomstagenda-onderzoek veiligheid. De vraag die centraal stond in dit onderzoek was: “Is het wenselijk om voor de provincie Zuid-Holland een integrale veiligheidsvisie op te stellen?”.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn alle relevante beleidsdomeinen die zich met veiligheid bezighouden onderzocht. Hieronder vielen de ‘klassieke’ veiligheidsdomeinen waterveiligheid, externe veiligheid, verkeersveiligheid en constructieve en infrastructurele veiligheid en de relatief nieuwe beleidsdomeinen gericht op digitale veiligheid en energieveiligheid.
Verloop onderzoek
Het onderzoek om de vraag over de wenselijkheid van een integrale veiligheidsvisie te kunnen beantwoorden is uitgevoerd door drie onderzoeksbureaus: TNO, TU Delft en KWINK groep.
Het onderzoek is opgedeeld in verschillende fasen:
- Een inventarisatiefase waarin een quickscan van beleidsdocumenten van de provincie Zuid-Holland zijn doorgenomen, een deskresearch van gegevens van TNO en wetenschappelijke e toegepaste, documenten en gegevens zijn onderzocht en interviews met beleidsmedewerkers van de provincie Zuid-Holland, medewerkers van veiligheidsregio’s en experts zijn gehouden;
- In het vervolgonderzoek zijn werksessies met betrokken beleidsmedewerkers en andere betrokkenen gehouden en is verdiepend onderzoek op specifieke onderwerpen uitgevoerd;
- Het opstellen van het uiteindelijke onderzoeksrapport inclusief aanbevelingen en een agenda voor mogelijk vervolgonderzoek.
Resultaten
In het onderzoek is gekeken naar de onderdelen van de vraag “Is het wenselijk om voor de provincie Zuid-Holland een integrale veiligheidsvisie op te stellen?”. Wat is veiligheid? Wat is de meerwaarde van integraal beleid? Waar ligt de verantwoordelijkheid van de provincie?
Aanvullend is in het onderzoek gekeken hoe (on)veiligheid zich in de toekomst ontwikkelt en hoe veiligheid nu is vastgelegd in het provinciale omgevingsbeleid.
Hoofdconclusie van het onderzoek is dat er op dit moment geen noodzaak is voor het opstellen van een integrale veiligheidsvisie voor de provincie. Het verrassende antwoord op de vraag wat er mis kan gaan wanneer de provincie op dezelfde voet doorgaat met het bestaande provinciale veiligheidsbeleid is “niet vreselijk veel”. Generiek wordt veiligheidsbeleid op lokaal niveau opgepakt door de gemeente, op regionaal en landelijk niveau door het rijk. Dan blijft voor de provincie sectoraal veiligheidsbeleid op haar wettelijke taken over. Die worden gewoon binnen de individuele veiligheidsdomeinen uitgevoerd.
Een betere afstemming tussen de individuele veiligheidsdomeinen bij grote gebiedsprojecten en -programma’s heeft voordelen omdat dan beter rekening kan worden gehouden met de doelen en taakstellingen van deze domeinen. Om hiervoor een integrale veiligheidsvisie op te stellen is echter niet nodig.