De druk op de ruimte in de provincie Zuid-Holland is groot. Naast de ruimtevraag vanuit een groeiende economie en bevolking komen er opgaven op ons af die nodig zijn om gewenste transities te realiseren, zoals de overgang naar een circulaire economie en klimaatbestendigheid. Van deze opgaven is nog lang niet altijd duidelijk welke ruimtelijke claims, welke verdelingsvraagstukken – en dus ook welke gesprekken over uit- en afruil tussen functies, belangen, en waarden hierbij gaan horen. Om de collectieve doelen te halen is het nodig dit gesprek goed te laten lopen, en niet in weerstand te laten verzanden. Want elke ontwikkeling vindt een plek in iemands ‘achtertuin’.
In deze verkenning zoeken we naar mogelijkheden om voorbij de tegenstelling tussen collectief belang en individueel belang te komen. We zoeken naar YIMBY’s: projecten die zowel bijdragen aan de transitieopgaven als aan de plek waar ze gerealiseerd worden, waarmee ze een positieve reactie oproepen; “Yes, In My BackYard”. Welke strategieën en werkwijzes zijn er om tot deze kwaliteit te komen?
Onderzoek
Het onderzoek wordt in twee fases verdeeld. De eerste fase gaat in op de historie van NIMBY-problematiek en de huidige situatie. Welke NIMBY-functies hebben we al in Zuid-Holland, welke aspecten maken het een NIMBY, en waar zijn ze gevestigd? Wat kunnen we leren als we terugkijken? En wat kunnen we leren van goede voorbeelden? De eerste resultaten uit deze fase zijn binnen. Crimson historians and urbanists heeft voor ons een essay geschreven waarin ze een historisch perspectief geven op de relatie tussen overheid en burger bij grote ruimtelijke ingrepen. Zij pleiten voor een werkwijze waarin we uitgaan van vertrouwen van de burger in de overheid en open communicatie. De voorbeelden van YIMBY-projecten zijn verzameld door Jens Jorritsma, hij heeft 7 strategieën gevonden om de ‘Yes’ toe te voegen, naast de keuze het project niet uit te voeren (NIMBY blijft Nee), want achter de weerstand schuilen vaak ook gegronde bezwaren.
Volgende fase
In de volgende fase van het onderzoek gaan we verder met het verkennen van het (ruimtelijk) speelveld, vooral gericht op de toekomst. Daarnaast passen we de werkwijzen en strategieën toe op concrete transitieprojecten.