Wanneer we het woord platform gebruiken, denken we al snel aan plekken op het internet waar we elkaar kunnen ontmoeten, spullen kunnen kopen en ons werk kunnen doen. Veel platformen in ons dagelijkse leven zijn door de markt ontwikkeld en hebben een commercieel doel. Maar hoe ontwikkelen publieke platformen zich? Hoe stellen we publieke waarden en belangen voorop? Wat betekent dit voor de overheid en de samenleving? Hoe ziet de overheid er als platform uit? Welke rol neemt provincie Zuid-Holland? Wij nodigen iedereen uit mee te denken en te doen in ons onderzoek naar Publieke Platformen.
De beweging naar een overheid van de toekomst bestaat uit vernieuwers, veranderaars en verbinders. Mensen die samen willen bouwen aan de overheid van de toekomst. We willen de beweging rondom Publieke Platformen verder brengen. In samenwerking met FutureConsult zijn er vier toekomstscenario’s ontwikkelt. Bij de totstandkoming van deze omgevingsscenario’s (geen doelscenario’s) is zo breed mogelijk gekeken naar sociale en technologische trends en ontwikkelingen. Deze toekomstscenario’s kunnen worden gebruikt om verder na te denken over hoe publieke platformen (als Pol.is en mobiliteit) kunnen functioneren in de toekomst en wat dat betekent voor de keuzes die we vandaag maken (t.a.v bijvoorbeeld organisatie, technologie en governance). Hieronder een samenvatting van elk scenario.
Wil je alle actuele ontwikkelingen volgen? Word dan lid van onze LinkedIn groep!
Heb je behoefte aan meer informatie? Kijk op deze pagina en/of mail naar: digitaalzuidholland@pzh.nl.
Scenario A: Digitale heerschappij
In 2050 heeft Nederland een technologische samenleving met de kernwaarden rust, reinheid en regelmaat. Dit gebeurde na een diepe financiële systeem crisis in de jaren ’30. Technologie experts werden betrokken door de overheid in het nieuwe Rijkscommissariaat XX-AI. Zij ontwierpen een AI-gedreven systeem voor burgers, waardoor zij een duidelijke rol kregen om een zo goed mogelijke bijdrage te leveren aan de gehele samenleving. Dit werd gekoppeld aan een adaptieve, real-time beleidsvormingstechnologie, gericht op lange termijn bewustzijn van zeven generaties in de toekomst.
De overheid is een digitale overheid, die transparante en geoptimaliseerde besluitvorming bevordert. Daarin balanceert zij democratische waarden met efficiënte dataverwerking. Zij stelt de politiek in staat zich te concentreren op het vaststellen van maatschappelijke waarden en doelstellingen voorbij de huidige generaties. De technologische vooruitgang en de duidelijke controle van de overheid leidt tot rust, vertrouwen en betrokkenheid.
De samenleving in 2050
In de jaren ’20 stond de wereld voor een ongekende uitdaging: het behoud van onze planeet. De opwarming van de aarde, overstromingen, bosbranden en ernstige drinkwatertekorten vroegen om
dringende en collectieve actie. Desondanks bleek het in de praktijk moeilijk om de noodzakelijke veranderingen door te voeren.
De situatie bereikte een keerpunt in 2031 toen de financiële systemen van de overheid instortten. Politiek mismanagement heeft ertoe geleid dat de financiële infrastructuur zodanig verouderd was
dat de belastingheffing in ernstige problemen kwam. De overheid liep hierdoor miljarden aan inkomsten mis. Dit ondermijnde de financiële stabiliteit van het land en leidde tot aanzienlijke maatschappelijke onrust. Deze financiële crisis werd de katalysator voor een radicale omslag bij de overheid. Technologie werd gezien als dé kans van verandering voor de overheid. Professionals uit de Tech-industrie werden aangesteld in het nieuwe Rijkscommissariaat XX-AI. Dit Rijkscommissariaat ging aan de slag met de ontwikkeling en implementatie van een geavanceerde digitale infrastructuur voor de overheid. Zij kregen daarmee de mogelijkheid om sterk te sturen hoe dit systeem eruit kwam te zien. Het nieuwe Rijkscommissariaat kreeg zo, snel een grote mate van invloed en controle op het gehele overheidssysteem. Onder hun leiding werd de belastingheffing in één klap een efficiënt platform voor het innen van publieke middelen en ontstond er een hernieuwde inkomensverdeling. De belastingheffing werd daarmee een real-time proces, waarmee Nederland wereldwijd een nieuwe standaard creëerde.
Een revolutionaire stap in het herdefiniëren van overheidsbeleid was de invoering van een uitgebreid classificatiesysteem voor elke burger. Voor de burger speelde hierbij zijn kennis en kunde een rol, waardoor zijn plek een zo optimale rol kan spelen voor de gehele samenleving. Deze rijke dataverzameling werd het fundament voor een geavanceerd AI-gedreven beleidsanalyseframework.
Daarnaast is de AI geprogrammeerd om zeven generaties vooruit te kijken om te zorgen dat onze planeet een betere wereld creëert niet alleen voor het nu, maar echt voor de toekomst. Met deze AI
kan de overheid niet alleen de impact van verschillende beleidsmaatregelen analyseren maar ook real-time de meest effectieve strategieën identificeren en implementeren.
De technologische impact
Dit systeem van real-time aanpassingen en feedback maakt het mogelijk om proactief en met grote precisie te reageren op onvoorziene uitdagingen. Dit resulteert in een beleidsvormingsproces dat niet alleen efficiënter en effectiever is maar ook rekening houdt met de complexiteit van gemeenschappelijke belangen voor generaties in de toekomst. Door deze innovatieve aanpak werd overheidsbeleid niet langer gezien als een statische set van regels en voorschriften, maar als een dynamisch proces dat gericht is op het maatschappelijk welzijn en het bevorderen van een rechtvaardige samenleving. In plaats van discussies over de gevolgen van individuele besluiten – die dus nu automatisch zo optimaal mogelijk worden genomen – concentreert de politiek zich op
abstracte politieke vraagstukken voor de toekomst en het behoud van onze planeet.
De digitale beleidscyclus
Aan de basis van de beleidscyclus ligt data: over burgers, over infrastructurele systemen en ruimtelijke inrichting. De classificatie van burgers, en de daaruit voortkomende rolverdeling, is
gebaseerd op deze data. Deze rijke dataverzameling is het fundament voor geavanceerde AIgedreven beleidsanalyse. Het AI-systeem is geprogrammeerd om zeven generaties vooruit te kijken.
Met deze AI kan de overheid niet alleen de impact van verschillende beleidsmaatregelen analyseren maar ook real-time de meest effectieve strategieën identificeren voor korte en lange termijn.
De zelflerende systemen sturen de overheid voortdurend bij om de gestelde beleidsdoelen te behalen. ‘Predictive policy’ is het mantra: beleid is gebaseerd op voorspellingen hoe de samenleving
reageert op overheidsingrijpen.
De overheid als eigenaar
Inmiddels is de overheid gestroomlijnd en de rol van de ambtenaren is verandert. Het Rijkscommissariaat XX-AI is daarmee essentieel. De AI-specialisten die daar werken behoren tot de
crème de la crème van de ambtenarij. Door de classificering kregen veel ambtenaren een andere baan toegewezen en ontstonden er belangrijke adviserende, controlerende en toezichthoudende
organen op het gebied van data en AI. Voor de technologische experts ontstonden er allerlei kansen om op hoog niveau invloed uit te oefenen op de werking van deze organen. De AI Integriteitsraad, de Nationale Dataveiligheid autoriteit en het College voor Digitale Klimaat Belangen helpen de politiek en overheid om een balans te vinden tussen reageren op ontwikkelingen in het heden en de lange termijn-impact van die beslissingen. Het AI-systeem wordt geprogrammeerd met die keuzes. De ontwikkeling van real-time AI-gedreven processen zorgde voor een versnelling in het samenbrengen van overheidsdata. De data is nu niet meer versnipperd over verschillende departementen, uitvoeringsorganen, provinciale en lokale overheden.
Digitale democratie
Met de bloei van digitale overheidsplatforms is de rol van de gekozen volksvertegenwoordigers veranderd. Debatten gaan niet meer over de uitvoering van beleid, maar vooral over de door AI
gestelde beleidsdoelen.
De politiek stelt de ethische parameters van de overheidsplatformen vast. Welke maatschappelijke waarden zijn aan de algoritmen verbonden en hoe garanderen die algoritmen uitkomsten die inclusief en democratisch zijn? Denk aan hoe de leefomgeving (wonen, ruimte, natuur) eruitziet, maar ook keuzes op het gebied van gezondheid en milieu. Zo heeft de volksvertegenwoordiging op
metaniveau grote invloed op de uitkomsten van het stelsel.
Om ervoor te zorgen dat dit systeem democratisch opereert wordt AI geprogrammeerd met een kernset van democratische waarden, zoals gelijkheid, rechtvaardigheid, transparante besluitvorming en inclusiviteit. De invulling van deze waarden worden in het politiek debat bepaald, zoals inmiddels in de grondwet is vastgelegd..
De onderstroom
Niet iedereen vertrouwt de overheid met zijn of haar data. Diegenen die veel waarde hechten aan hun privacy of autonomie vallen buiten de boot. Een deel van de samenleving zet zich bijvoorbeeld in om burgervertegenwoordiging een grotere plek te geven in de aansturing van de overheids-AI. Zij zetten zich in om onder andere te experimenteren met het concept ‘burgerbera(ai)d’.
Scenario B: Civitek
In 2050 hebben de overheid en technologische grootmachten de handen ineengeslagen. Na decennia van een machtsstrijd over de digitale ruimte. Ze hebben samen het digitale participatieplatform “Civitek” gecreëerd. Dit platform, aangedreven door AI, integreert beleidsvorming en burgerparticipatie naadloos in het dagelijks leven.
Met gebruik van geavanceerde technologieën, die voorbijgaan aan Digital Twin technologieën uit de jaren 20, kunnen burgers in virtuele omgevingen beleidsvoorstellen doen. Deze nieuwe technologie, de Hyper-Geïntegreerde Virtuele Spiegelingen (H-spiegels), bieden een directe visuele representatie van de gevolgen van beleidskeuzes op de leefomgeving. Gebruikers zien digitale toekomstbeelden in de leefomgeving terwijl zij door hun eigen wijk, straat en buurt bewegen. Zo bewegen zij zich automatisch door de perfecte spiegel van hun eigen omgeving. Ondanks deze vooruitstrevende digitale democratie, valt of staat dit systeem met de inzet van de burger. Alleen als je ervoor kiest actief te zijn op Civitek kan je jezelf laten horen en zijn de inspraakmogelijkheden groot. Degenen die hier geen tijd, energie of capaciteit voor hebben worden amper gehoord. Dit zorgt voor het risico dat de burgervoorstellen slechts een afspiegeling zijn van de wensen van een beperkt deel van de bevolking.
De samenleving anno 2050
Vanaf de jaren ’20 namen economische onzekerheid en sociale ongelijkheid toe. De overheid kwam onder vuur te liggen. Door de groeiende onzekerheid ervaarden burgers een gevoel van onrust en waren zij op zoek naar stabiliteit. Deze periode kenmerkte zich door een strijd tussen de overheid en de Tech-giganten, wie de controle had over de digitale ruimte. De overheid probeerde grip te krijgen op de snelgroeiende macht van deze bedrijven door middel van strenge regelgeving. Maar dit lukte matig, waardoor dit leidde tot een tumultueuze tijd waarin burgers onrust ervaarden over de onduidelijke macht van de overheid.Na een decennium van conflicten en onderhandelingen, kwam de doorbraak in de jaren ’40. De overheid en de Tech-giganten sloegen de handen ineen om “Civitek” te ontwikkelen: een revolutionair publiek platform dat burgerparticipatie naar een hoger niveau tilde. Dit platform maakte gebruik van nieuwste technologieën om burgers op een toegankelijke manier bij beleidsvorming te betrekken.
Civitek was gebaseerd op de “Beleidslaboratoria” van de Digital Twin ideeën uit de jaren ‘30. In deze virtuele ruimtes konden burgers beleidsvoorstellen indienen en bespreken met behulp van AImoderatoren. Deze ingediende voorstellen werden vervolgens beoordeeld door AI en door burgers. Waarna de meest populaire en haalbare beleid werd voorgelegd aan de overheid. Dankzij Civitek voelen burgers zich weer gehoord en betrokken bij de besluitvorming. De mogelijkheid om mee te denken zorgt voor vertrouwen in de overheid.
De overheid laat graag burgers meedenken. De opgaven waar de samenleving voor staat zijn groot: denk aan klimaatverandering, de energietransitie en het inrichten van de circulaire economie. Met behulp van Civtek kan de overheid op toegankelijke wijze de denkkracht van alle individuen van de hele samenleving inzetten om deze uitdagingen aan te gaan.
Technologische impact, AI
Met AI als drijvende kracht achter Civitek wordt het mogelijk een toekomst te schetsen waarin elke burger actief bijdraagt aan zijn of haar leefomgeving. AI-systemen verwerken suggesties, ideeën,
klachten en kritieken van burgers direct, wat resulteert in een dynamische aanpak van de ontwikkeling van de leefomgeving. De individuele input zorgt voor optimalisatie in de aanpak.
Hiervoor worden Hyper-Geïntegreerde Virtuele Spiegelingen, ofwel H-spiegels, gebruikt. Deze technologie stelt ons in staat om niet alleen te reageren op de huidige situatie, maar ook om vooruit
te plannen naar de toekomstige leefomgeving. Burgers zijn niet langer passieve bewoners, maar actieve vormgevers van hun leefomgeving.
De digitale beleidscyclus
Het digitale platform biedt op een laagdrempelige manier burgers de mogelijkheid om mee te denken. Gebruikers zien digitale toekomstbeelden in de leefomgeving terwijl zij door hun eigen wijk,
straat en buurt bewegen. Zo bewegen zij zich automatisch door de perfecte spiegel van hun eigen omgeving.
Door de H-spiegels zien gebruikers direct de digitaal gegenereerde opties in de praktijk. AI genereert ook direct alternatieven. Wat betekent jouw plan voor de leefbaarheid in de buurt? Of voor de
toegankelijkheid en duurzaamheid? Op de verschillende dataspiegels worden direct de gevolgen zichtbaar. Ook de kosten van het plan zijn inzichtelijk: AI genereert direct een begroting. Aan de hand van de bestaande datasets maakt AI berekeningen over het budget en toetst dat op de geldende wet- en regelgeving.
De overheid als marktmeester van een digitaal publiek platform
Omdat Civitek is ontstaan door een samenwerking tussen overheid en de tech-sector is het op al je apparaten te gebruiken, en daardoor erg toegankelijk. De overheid heeft de rol van marktmeester: zij schept de kaders en de techbedrijven ontwikkelen de technologische invulling.
Geleidelijk aan heeft Civitek zich ontwikkeld tot een volwaardig digitaal participatieplatform. Burgers kunnen eigen voorstellen indienen én stemmen op de voorstellen van anderen. Achteraf laat de overheid via het platform weten wat er met jouw ingediende voorstel is gedaan. Door Civitek lopen de procedures veel sneller. Doordat inwoners mogen stemmen op voorstellen zijn lange
inspraakprocedures niet meer nodig. Eventuele onvrede wordt direct op het platform duidelijk.
Dit alles valt of staat wel met de inzet van de burger. Alleen als je ervoor kiest actief te zijn op Civitek kan je jezelf laten horen en zijn de inspraakmogelijkheden groot. Degenen die hier geen tijd, energie of capaciteit voor hebben worden amper gehoord. Dit zorgt voor het risico dat de burgervoorstellen slechts een afspiegeling zijn van de wensen van een beperkt deel van de bevolking.
De politiek stelt de parameters van het stelsel vast. Welke maatschappelijke waarden zijn aan de algoritmen verbonden en hoe garanderen die algoritmen uitkomsten die inclusief en democratisch
zijn? Denk aan hoe de leefomgeving (wonen, ruimte, natuur) eruitziet, maar ook keuzes op het gebied van gezondheid en milieu. Zo heeft de volksvertegenwoordiging op metaniveau grote invloed op de uitkomsten van het stelsel.
Op Europees en nationaal niveau vinden de onderhandelingen plaats met de leverancier achter Civitek en worden de voorwaarden bepaald. Hierna zorgt de samenwerking tussen overheid en markt ervoor dat aan alle wettelijke randvoorwaarden worden voldaan en zo publieke belangen worden gediend.
De onderstroom
Hoe succesvol Civitek ook lijkt, er blijft een belangrijke onderstroom van wantrouwen heersen. Aanhangers en tegenstanders van Civitek staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Hoe weet ik dat mijn voorstel niet onterecht is afgewezen door het platform? En hoe weet ik wat de invloed van mijn volksvertegenwoordiger is?
Scenario C: Digitale activa
In 2050 staat de macht van het individu centraal. In de jaren ’20 verzwakte de band die eens zo hecht leek tussen democratie, empathie en kritisch denken. Door een overdaad aan bronnen én diversiteit aan informatie ontstond er een fragmentatie van overtuigingen en waarden. Door zelf regie te houden over eigen data richten mensen, binnen hun bubbels, zelf hun leven in. De data is geplaatst in individuele ‘datakluizen’. Deze bevatten je digitale activa. Er is geen uniforme machtsstructuur die de vormgeving van deze kluizen dicteert. Voor de mensen met een beperkt budget stelt de overheid een basale datakluis beschikbaar. Je bouwt welvaart op door je digitale activa te vergroten, maar dat is niet voor iedereen even makkelijk Deze situatie leidt tot digitale ongelijkheid, vergelijkbaar met de economische ongelijkheid uit de jaren ‘20.
Digitale platforms, zoals Farcaster, ondersteunen de decentralisatie van data. Dit bevordert de macht van burgers over persoonlijke gegevens. De overheid neemt een faciliterende rol aan. Sommige burgers onttrekken zich volledig uit de maatschappij. Zij vormen gesloten gemeenschappen. Anderen, zoals de digitale elite, gebruiken hun data strategisch om invloed uit te oefenen.
De samenleving in 2050
In de jaren ’20 verzwakte de band die eens zo hecht leek tussen democratie, empathie en kritischdenken. Door een overdaad aan bronnen én diversiteit aan informatie ontstond er een fragmentatie van overtuigingen en waarden. Extreme en gepolariseerde content werd steeds normaler, waardoor mensen zich verder terugtrokken in hun eigen bubbel en er onbegrip tussen groepen groter werd.
Het vertrouwen in de overheid kelderde naar een dieptepunt toen in de jaren ’30 grote schandalen plaatsvonden. Marktpartijen konden met geavanceerde AI alle inconsistenties in wetgeving, beleid, verordeningen, rechtsspraak en vergunningen aantonen. Tegelijkertijd stond de Nederlandse rechtspraak onder druk omdat internationale belangenverenigingen met hun AI een veelheid aan onterechte veroordelingen aan konden tonen. Hierdoor daalde het vertrouwen in de rechtstaat tot een minimum en trok de overheid zichzelf steeds meer terug uit het dagelijkse leven van mensen.
In 2050 staat daarom de macht van het individu centraal. Door zelf regie te houden over eigen data richten mensen, binnen hun bubbels, zelf hun leven in. In deze samenleving is de nadruk op
persoonlijke vrijheid niet alleen een reactie op de fragmentatie en polarisatie van de jaren ‘20, maar ook een bewuste keuze.
De data is geplaatst in individuele ‘datakluizen’; deze bevatten je digitale activa. Er is geen uniforme machtsstructuur die de vormgeving van deze kluizen dicteert. Voor de mensen met een beperkt
budget stelt de overheid een basale datakluis beschikbaar die een minimale hoeveelheid data bestaande uit digitale activa bevat. Deze situatie leidt tot digitale ongelijkheid, vergelijkbaar met de
economische ongelijkheid uit de jaren ’20. Je bouwt welvaart op door je digitale activa te vergroten, maar dat is niet voor iedereen even makkelijk. Dit verdiept de kloof tussen de ‘haves’ en ‘have-nots’.
Burgers hebben zich teruggetrokken in bubbels met dezelfde normen en waarden. Deze waarden komen vooral tot uiting in het gebruik van hun datakluis en in hoeverre ze uitgebreide digitale activa hebben.
Technologische vooruitgang (de impact van AI)
In Nederland hebben welvarende burgers hun eigen digitale activa van de datakluis in eigendom. Deze data-elite zijn degenen die vroeg zagen dat data de nieuwe ‘grond’ is waarop de digitale
economie wordt gebouwd, zij hebben veel waarde opgebouwd en nemen maatregelen om hun digitale bezittingen te beschermen. Verstandige burgers zorgen ervoor dat hun kinderen van jongs af
aan hun eigen digitale portfolio ontwikkelen. Het data-elitisme wordt zo op de volgende generatie doorgegeven.
Data is niet alleen meer informatie die mensen genereren, maar een asset die wordt vergaard, gekocht en beschermd om zo in waarde te groeien. Dit begon met de ontwikkeling van de eerste
gedecentraliseerde datamarktplaats, genaamd ‘Farcaster’. Individuen konden voor het eerst via dit publiek platform data terugkrijgen en in beheer nemen. In de praktijk bleek het door het falen van de overheid de enige oplossing om de macht van de Big Tech in te dammen. Farcaster was het eerste open-source ‘gedecentraliseerd’ platform. Dit betekende dat er geen centrale plek was waar data werd opgeslagen en dat iedereen er mocht bouwen. De bouwers en ondernemers werden de Civic Tech Saviors (CTS) genoemd. Tegenwoordig is Farcaster een van de grootste beursgenoteerde datamarktplaatsen ter wereld en is het verantwoordelijk voor de integriteit van data activa van burgers en bedrijven over de hele wereld.
De digitale beleidscyclus
In de digitale beleidscyclus staat de datakluis centraal. Er is geen centrale database meer; alle data wordt veilig opgeslagen in datakluizen. Wat er daarna met deze data gebeurt, is afhankelijk van de beslissingen van de burgers. Zij bepalen zelf wat er met hun data gebeurt, waardoor de digitale macht in handen van het individu ligt.
De beslissing om toegang te verlenen tot je datakluis speelt een cruciale rol in de keuzes die je als individu kan maken over je leefomgeving. Maatschappelijke vraagstukken worden door generatieve AI geïdentificeerd en geclusterd. AI genereert vervolgens oplossingen voor deze uitdagingen, die worden getoetst en verfijnd in samenspraak met universiteiten, onderzoeksinstellingen, en technologiebedrijven, om zo de meest waardevolle keuzes te bepalen.
Een belangrijke bron van informatie zijn de meta-analyses op de digitale assets van burgers. Gegevensmakelaars beheren de portefeuilles van hun klanten en koppelen data waar nodig aan de
voor hen relevante overheidsprocessen, in hoeverre dit wordt toegestaan door de eigenaren. Voor mensen met minder vermogen is een gegevensmakelaar niet altijd mogelijk. Waardoor hun vermogen en daarmee de keuzes die ze maken wat zichtbaar wordt uit hun datakluizen onzorgvuldiger is, ze maken dan vaak de keuzes om hun kluis geheel open te zetten of geheel te
sluiten voor de meta-analyses. Doordat de overheid afhankelijk is van de datakluizen en de toegang die ze wel of niet krijgt. Is ze zeer afhankelijk van gegevensmakelaars. Zij betaalt hen voor de diensten om toegang te krijgen tot meta-analyses.
De overheid als ondersteuner van een digitaal publiek platform
Het persoonlijk beheer van digitale activa speelt een cruciale rol voor individuen. Platform Farcaster maakte niet alleen dit beheer mogelijk, maar stelt technologiebedrijven en innovatieve ondernemers ook in staat waarde te creëren uit de meta-analyses die vanuit deze data kan ontstaan. Zo ontstaan er van onderaf georganiseerde platformen en toepassingen voor de samenleving, waar de overheid gebruik van kan maken. De overheid is voornamelijk ondersteuner van de platformen en is reactief, maar behoorlijk onzichtbaar, op de bewegingen vanuit de private sector en burgers.
De onderstroom
Als reactie op de datakluizen, de polarisatie en de onzichtbare overheid onttrekken hele groepen zich aan de samenleving en sluiten zich van technologie af. Zij noemen zich ‘de analogen’. Nieuwe
technologieën veroorzaken regelmatig onrust, omdat het mogelijk effect op de data-markt onvoldoende ingeschat kan worden.
Scenario D: Digitale burgercollectiviteit
In 2050 bestaat Nederland uit een samenleving waarbij digitale gemeenschappen de kern vormen. Schandalen met digitale data en politieke microtargeting hebben het vertrouwen in overheid en buitenlandse technologie geschaad. Als reactie ontstonden vanuit maatschappelijke protestbewegingen initiatieven zoals ‘Tech for Common Good’. Deze initiatieven leidde tot de creatie van ‘digital commons’: een plek waar gemeenschappen hun eigen digitale identiteit kunnen vormen. AI-technologie maakt mogelijk dat burgers, gezamenlijk digitale middelen en belangen kunnen afbakenen. Burgers kunnen direct invloed uitoefenen en samenwerken binnen een gedecentraliseerd systeem.
De overheid fungeert nu meer als een partner dan als autoriteit. Ambtenaren zijn actief binnen de verschillende gemeenschappen. De digitale gemeenschappen zijn chaotisch en vormen een samenraapsel van verschillende technologieën. De plannen vanuit de verschillende gemeenschappen kunnen voor veel discussie zorgen, en geven daarom weinig richting. Het is daarom moeilijk voor de gemeenschappen om over de lange termijn na te denken.
De samenleving anno 2050
Vanaf de eeuwwisseling tot halverwege de jaren ’20 waren digitale platforms het domein van de markt, waardoor technologische grootmachten veel macht naar zich toe trokken. Politieke
microtargeting werd door Rusland, China en Amerika en hun digitale bedrijven op zo’n grote schaal toegepast dat dit voor onrust en wantrouwen zorgde. Big Tech maakte duidelijk een zeer
onbetrouwbare partner te zijn. De overheid wilde de macht van techbedrijven aan banden leggen. Door vergroeiing van haar systemen met de techniek van de Big Tech bleek dit echter niet mogelijk.
Met digitale collectieven, zoals de ‘Tech for Common Good ‘, ontstond er in de jaren ’30 en ’40 een tegenbeweging tegen de Big Tech. De tegenbeweging ontstond vanuit een maatschappelijke
protestbeweging en werden gesteund door alle lagen van de samenleving. Daarmee groeide ‘Tech for Common Good’ uit tot een nationaal platform voor een alternatieve digitale samenleving. Het
platform ontwikkelde digitale oplossingen op basis van publieke waarden en creëerden ‘digital commons’; gemeenschappelijke digitale grond. Dit zijn plekken waar burgers gezamenlijk digitale
middelen en belangen kunnen afbakenen en gebruiken. Er ontstond een sterke verbondenheid in de samenleving als digitale ‘speeltuin’ waarin je gezamenlijk verantwoordelijk was voor de ‘bloei’ van deze gemeenschappelijke grond.
In 2050 vormen deze solidaire principes van eenheid en samen verantwoordelijkheid dragen het cement van de samenleving. Na jaren van politieke onrust en wantrouwen in de rigide
overheidsorganisaties heeft Nederland een fundamentele transformatie ondergaan. Voortgestuwd door de nieuwe mogelijkheden van de digitale technologie is er een gedecentraliseerd
bestuursmodel voor de overheid ontstaan. Gemeenschappen staan daarbij centraal. Burgers zijn niet langer de passieve ontvangers van beleid maar zijn de drijvende kracht achter elke beslissing,
verandering en vernieuwing.
Technologische vooruitgang (de impact van AI)
Vanaf de jaren ’30 ontstonden nieuwe vormen van AI, deze AI-systemen hadden echt inzicht in sociale verbindingen en gedrag. Waardoor vooral de Autonome AI de samenleving in staat stelde de
waarde van de data die vanuit een fysieke gemeenschap gegenereerd werd, ook binnen die fysieke gemeenschap te laten renderen.
De digitale democratie
Het netwerk van digitale gemeenschappen heeft een open karakter en is gebaseerd op solidariteit, gemeenschappelijkheid, samenwerken en vertrouwen. Het is voor de overheid in 2050 relatief
eenvoudig om haar DDP’s (digital democratic platforms) binnen de digitale gemeenschappen uit te zetten. DDP’s zijn platformen van de overheid, waarop door input uit de verschillende
gemeenschappen een vorm van continue digitale democratie plaatsvindt. De verschillende bestuurslagen zien welke onderwerpen relevant zijn voor welke gemeenschappen, wie er thema’s
aandraagt en waarover er heftige discussies ontstaan. De DDP’s zorgen dan dat in deze discussies de juiste terugkoppeling ontstaat en de relevante waarden in de uitkomsten naar voren komen.
De volksvertegenwoordigers komen voort uit de digitale gemeenschappen, maar door het continue karakter van de democratie ligt hun rol vooral in het zichtbaar maken van de zaken die in hun eigen gemeenschappen spelen. Zij worden daarmee alleen vertegenwoordigers van hun eigen gemeenschap, en geen vertegenwoordigers van het hele volk.
De digitale beleidscyclus
De beleidscyclus uit de jaren ’20 is geëvolueerd tot een continu proces. Vanuit gemeenschappen vloeien prioriteiten voort over het beleid, wordt lokale kennis gebruikt voor bredere belangen en
kunnen burgers ideeën onder de aandacht brengen van het bestuur. Deze collectieve macht bepaalt de richting van het beleid, wat een directe reflectie van de wil van het volk is. In deze wereld waar gemeenschappen directe invloed hebben op de samenleving, heerst een zelfbewust gevoel van verantwoordelijkheid.
De overheid als samenwerker van een digitaal publiek platform
In 2050 fungeert de overheid niet langer als de centrale autoriteit maar als ‘samenwerker’ met de burgerinitiatieven. Provinciehuizen zijn opgeheven en het gemeentehuis wordt alleen nog voor
trouwerijen gebruikt. Het aantal ambtenaren is gehalveerd. Ambtenaren zitten niet meer achter een bureau op hun kantoor, maar werken binnen de gemeenschappen die zij dienen. Zo kunnen ze ter plekke de implementatie van beleid ondersteunen en snel reageren op feedback.
Om in zo’n een breed ecosysteem te kunnen samenwerken moesten datasilo’s en gesegmenteerde technologieën worden losgelaten. Daarmee heeft de overheid haar bestaande structuren en digitale systemen verlaten. De samenleving bestaat niet uit individuele entiteiten, maar uit een collectief van samenwerkende partners.
De onderstroom
De digitale gemeenschappen zijn chaotisch en vormen een samenraapsel van verschillende technologieën. De plannen vanuit de verschillende gemeenschappen kunnen voor veel discussie
zorgen, en geven daarom weinig richting. Het is daarom moeilijk voor de gemeenschappen om over de lange termijn na te denken. Steeds vaker komen er initiatieven naar voren om de zeggenschap over onderwerpen bij een enkel persoon te leggen.